ANDEBIJK
  • Home
  • De OudHerkse Blumengarten Bibliothek
  • Geheime Sprookjes
  • Mijn Daguerreotypes

insluitingen

11/12/2012

1 Reactie

 
FotoLe pain est sain - Brood is gezond
Mensen gebruiken vanalles om te weten te komen waar ze precies gekomen zijn bij het lezen van hun boek, als ze het snel dicht willen gooien omdat iemand aanbelt, of omdat de telefoon gaat, of omdat ze er gewoon genoeg van hebben. Soms gebruiken ze daar een heuse bladwijzer voor, maar een kalenderblaadje kan net even goed dienst doen, net zoals een uitgescheurde snipper uit krant of weekblad, een chocoladewikkel of een boodschappenlijstje dat afgewerkt maar nog niet in de papiermand is gegooid.

Het wordt al heel wat interessanter als je een naamkaartje tegenkomt, dat zonder twijfel de vorige eigenaar identificeert. Maar het mooiste zijn toch dingen zoals foto's, briefkaarten of folders. Deze laatste categorieën ben ik bij een aankoop op het Brusselse Vossenplein, de Place des Jeux de Boules, de dagelijkse rommelmarkt al of niet toevallig tegen het lijf gelopen. Zijn deze persoonlijke documenten per ongeluk tussen de bladen van sommige boeken gegleden, of zijn ze echt als bladwijzer gebruikt? Van een aantal kan ik met zekerheid zeggen dat ze bladwijzer geworden zijn, andere laten het verder aan de fanasie van de nieuwe eigenaar over. Kijk even in de fotogallerij, er zitten pareltjes tussen.

Zo ben ik op een brochure uitgekomen, waar Tante Google mij niets over weet te vertellen. Het betreft een publicatie van de Nationale Commissie voor Economische Uitbreiding, 22, av. des Gaulois, Brussel, waarbij de straatnaam in deze tweetalige uitgave schaamteloos enkel in het Frans gesteld werd. De foto's kunnen jullie bekijken, er is nergens een datering te vinden. Maar de geschreven taal is nog die van de voor de tweede Wereldoorlog: "Brood is het goedkoopste en voordeeligste voedsel."; "...aangename, voedzame en goedkoope gerechten". Deze brochures kunnen dus ten laatste ergens in 1946 of 1947 uitgegeven zijn. Maar aan de afbeeldingen te merken, moet het wel vlak na de eerste WO geweest zijn. De mannelijke figurant is moeilijk te dateren, maar de brave huismoeder met haar traditioneel hoofddeksel en de ziekenfondsbril met ronde glazen laten toch een tijd raden waarbij deze personen onze overgrootouders kunnen geweest zijn. Aandoenlijk is ook het gigantische boerenbrood, waarvan de dikke scheve sneden met het broodmes afgesneden werden. Het was een kunst op zich, en de huisvrouw op de afbeelding was alvast slecht begonnen! Ik heb mijn moeder het brood op deze wijze nog zien snijden in de jaren vijftig en misschien nog wel in de beginjaren zestig.

Oproep: wie ook maar een tikkeltje informatie heeft over de afgebeelde brochure, mag mij steeds mailen op andebijk ad gmail . com.

De uitgeverij "Mezhdunarodnaya Kinga" heeft een zeer mooie postkaart gemaakt, waarvan de afbeelding een glanzende foto is van niemand minder dan de heer Karl Marx. Met grijzende haren en baard, maar met zwarte snor kijkt de man je vriendelijk aan, zich niet in het minst bewust dat zijn theorie aanleiding gegeven heeft tot een politiek systeem dat de wereld langzaam maar zeker op zijn kop gezet heeft. Zijn trouwe Russische volgelingen laten ons in het Frans het volgende weten: "V/O "Mezhdunarodnaya Kniga" vous propose les Oeuvres complètes de K. Marx et F. Engels en anglais (50 volumes), ainsi que divers ouvrages de K. Marx et F. Engels sont à votre disposition chez les libraires de votre pays en relation avec les éditeurs de l'Union Soviètique." De kwalitiet van de kaart laat uitschijnen dat dit een na-oorlogse publicatie is, ik schat ze op eind jaren vijftig, beginjaren zestig.

Foto
De postkaart met de afbeelding van Jeanne Aubert is nog een staaltje van fotografisch vakmanschap uit de jaren dertig. Als ik het verhaal goed onthouden heb, was Jeanne Aubert een zangeres van zeer goede kwaliteit., en deze kaart is door S.E.R.P. uitgegeven als  nummer 34 van ongetwijfeld vele in een reeks van toendertijd populaire figuren. Kijk ook naar de gekartelde rand van de foto. Zo werden gedurende een zekere periode foto's als afgewerkt beschouwd. Ik heb speciaal mijn foto niet afgesneden, om het verschil tussen de bovenkant en de drie andere zijden van de foto te laten uitkomen. Geef toe, het gekartelde werk is mooier. Voor de fotografieliefhebbers: de foto is van Studio Harcourt.

Een volgende fotografische afbeelding is er eentje, afkomstig uit de jaren zestig. Het is een charmant dankkaartje van een jong echtpaar aan allen die hun sympathie betuigd hebben ter gelegenheid van hun huwelijk. De foto is zeer klassiek: een jong bruidspaar dat in de auto gestapt is om naar het feest te vertrekken. Beide actoren zijn aandoenlijk mooi en gelukkig. Ik zou ze nu nog geluk willen wensen. Bij de eerste aanblik moest ik even slikken: de man lijkt als twee druppels water op Eddy Merckx, en de namen van het gelukkige paar wijst ook in die richting. Alleen is bij nader toezicht niet mijnheer, maar wel mevrouw met die mooie naam gezegend. Mensen is misselijk, zei Jos Ghijsen.

Foto
Het mooiste heb ik voor het laatste bewaard. Het zijn twee schitterende postkaarten, met de fotografische afbeeldingen van niemand minder dan Koningin Astrid. De eerste foto is een statieportret van de jonge koningin, die over de linker schouder recht in de camera kijkt. Als mijn herinneringen aan mijn moeders vertellingen goed zijn, was zij een wonderschone vrouw, en deze foto bewijst dat ten overvloede. De andere foto toont de net iets oudere koningin, met haar twee tot driejarige dochter Joséphine-Charlotte. De oudere zus van Boudewijn en Albert werd geboren in oktober 1927, deze foto dateert dus ten laatste van 1930. In dat jaar werd Boudewijn geboren, een paar jaar later Albert, en in 1935 overleed de Koningin in Zwitserland. 

Deze laatste foto is een meesterwerk van de fotografie naar de normen van die tijd. Zowel de pose van de koningin als die van haar kind zijn mooi geregiseerd. Astrid is duidelijk een volwassen vrouw geworden, in tegenstelling tot de jonge vrouw op de statiefoto waarvan de uitstraling totaal anders is. Daar zie je een jonge koningin, die in haar blik een zekere vraag verbergt en een beetje onzekerheid uitstraalt. Dat is helemaal verdwenen bij de foto van de jonge moeder, die misschien wel zwanger is van Boudewijn, en zelfverzekerd haar speelse kind op de arm houdt, ontspannen en informeel meer moeder dan koningin is en even zelfverzekerd met licht naar voor genegen gezicht in de camera kijkt. De belichting van beide fofo's is ook grondig anders, hetgeen het verschil tussen statiefoto en bestudeerd familietafereel zwaar in de verf zet.
 
Dat deze combinatie zich in een boek bevond en tesamen gebleven is, is een gelukkig toeval. Ik ben met deze vondst nog veel blijer als met het boek zelf, dat slechts oppervlakkig een bijdrage aan mijn Blumengarten Bibliothek levert. Het zijn de foto's die het verhaal maken.

Toevoeging op 14/12/2012: Als je de verrassende dingen die in boeken gevonden worden even van dichterbij wilt bekijken, moet je eens naar deze website gaan. Een boekhandelaar die er een volledige blog aan wijdt, en met humor en verbazing deze dingen voor het nageslacht bewaart.

foto's in fotogallerij.
© Danny Peeters 11/12/2012
Mag ik vragen het  copyright te respecteren?

1 Reactie

EGA 4 Auflösung des Militärbefehlshabers

7/10/2012

0 Reacties

 
Foto
Aan de hand van een vergeeld, getypt A4-tje, gedateerd "O.U., den 10 Januar 1944", en gericht aan de Lebbeeksche Meester Kleermakers Vereeniging, Mr. T.T, te Lebbeke, Laurierstraat XX, leer ik dat door "Der Militärbefehlhaber in Belgien und Nordfrankreich -Militärverwaltungshaf- Wi.Abt. Gruppe I, Handwerk Dr.Lg./G." gevorderd wordt alle actieva van de vereniging in te leveren bij de Militärbefehlshaber, rue de la Loi 16, Zimmer 18/19, goed verpakt in één colli. De vereniging zal na afgave van alle stukken opgeheven worden. Ondertekend voor de M.Befehlshaber, in Auftrage. Handtekening -waarschijnlijk- W. Burgen. De tekst is niet meer overal even leesbaar, maar de strekking van het document spreekt in zijn globaliteit voor zich. De bijlage waarvan sprake in de hoofding was niet meer bij dit document. Wel staken in het mapje drie "aankoopvergunningen voor industrieele textielproducten. In uitvoering van de Besluiten over de rantsoeneering", gedateerd twee maal op 13. Juli 1943 en een maal op 15/7/1943 wordt toegestaan aan te kopen:
-Twee dozijn tuben merceriegaren (op tuben van 20 grs.) Voor het vervaardigen van kleederen - tot einde jaar 1943.
Vier dozijn kaarjtes vlasgaren (op kaartjes van 40.) Voor het vervaardigen van kleederen - Tot einde jaar 1943.
-Vijftig paar pédéstelsels, onzichtbare voering.- voor het vervaardigen van kleedingsstukken.

Het is zonder meer duidelijk dat deze kleermaker, die me deze stukken naliet en de documenten, zowel de Auflösing als de aankoopvergunningen, bewaarde, na de oorlog te maken had met de wederoprichting van een gelijkaardige beroepsvereniging, zoals twee andere drukwerken laten vernoeden. Een datum ervan is niet meer te achterhalen, maar er wordt een summiere hoofding boven de omzendbrieven gezet, namelijk de vier letters L.M.K.V., hetgeen, net zoals op de Auflösung, staat voor Lebbeeksche Meester Kleermakers vereenignig. Blijkbaar was het enthousiasme om te vergaderen niet altijd even hoog, want in één van de verzendingen staat kort en goed te lezen: Halo, Heren Kleermakers, geen vakschaamte a.u.b. Nochtans was de reden hievoor wel van belang: sinds 1946 waren de tarieven niet meer gewijzigd.

Van een gans andere soort zijn de krantenknipsels van zes dagen, uit de Gazet van Antwerpen, van donderdag 17 juli tot zaterdag 2 en zondag 3 augustus 1969 over de eerste maanlanding. Het is natuurlijk geschiedenis, en de eerste kleurenfoto van op de maan staat in  het groot afgedrukt, maar verder is deze berichtgeving enkel interessant voor ... wie het interessant vindt.

Een mooiere verzameling kranten of gedeelten van krant zijn een tiental volledige of onvolledige nummers van "De Gieljotiene van Pierlala", van de zondagen 18/8, 25/8, 1/9, 8/9, 13/10, 20/10/1935, 19/1, en 26/1/1936, en tweemaal onbekend, waarschijnlijk 1936. Ze zijn in goede staat, goed leesbaar, en zeer informatief, voor wie de politieke toestand van die tijd nog even wil raadplegen. De grens tussen humor en ernst is zeer dun, en men moet zeer goed weten waarover het gaat om de tiraden nog te kunnen inschatten. Deze voorganger van " 't Palieterke" moet vroeger als regionale uitgave in de streek van Gent alleszins een graag gelezen blad zijn geweest.

foto's volgen.

© Danny Peeters 07/10/2012 Mag ik vragen het copyright te respecteren?

0 Reacties

Ega 3 Karl kalbitzer

6/10/2012

0 Reacties

 
Foto
Soms komt men wel eens uit op gegevns van mensen die in de grootste geheimzinnigheid een deel van hun leven ergens doorgebracht hebben. Niemand schijnt te weten wie ze zijn, waar ze vandaan komen, wat ze doen, waarom ze daar zijn. Ook in de twintigste eeuw zijn er duidelijk zulke mensen die onder ons vertoefd hebben, en die als een groot vraagteken door het leven zijn gegaan.

Een zekere Karl Kalbitzer is op die manier op 2 maart 1936 in België terecht gekomen, en werd uiteindelijk in het vreemdelingenregister van Lebbeke ingeschreven als een persoon die leefde van een uitkering van 10 Fr. van de internationale Rode Hulp. In een wikipedia-artikel lees ik dat deze vereniging ... "ook bekend als MOPR een internationale sociale organisatie was verbonden met de Communistische Internationale".

Bij de mobilisatie in 1939 kwam hij in nauwe schoenen, want zijn Duitse nationaliteit maakte hem bij sommigen een verdacht persoon. Ik hoor nog altijd een leraar geschiedenis vertellen dat vlak voor het uitbreken van de tweede wereldoorlog Vlaanderen overspoeld werd door leurders en uitwijkelingen van alle slag, van Duitse oorsprong, die feitelijk als spionnen van het Naziregime werkzaam waren. Een voor mij toen ongelooflijk verhaal, maar in het geval van Karl Kalbitzer werd de grond onder de voeten toch te heet. Op 3 mei 1940, een week voor de inval van de Duitsers in België, werd hij uit de registers van Lebbeke geschrapt, en hij week uit naar Frankrijk, naar Perpignan, waar hij op 9 september 1940 overleed, ten gevolge van typhus. Het plotse verdwijnen vlak voor het uitbreken van de oorlog zal wel koren op de molen geweest zijn voor hen die er geen goed oog in hadden.

Achiel Vermeiren heeft die geschiedenis in 1985 eens onderzocht, en kontakten gehad met familieleden van Karl, alsook met de burgemeester van Linkenbach, zijn geboorteplaats, waar hij tot zijn vlucht uit Duitsland, omdat hij communist was en gevaar liep, bij zijn familie verbleef. Treffend is een brief van een nichtje van Karl, die hem oom noemde, aan Achiel en die geschokt reageerde op de toenmalige verdachtmakingen als zou hij een spion geweest zijn. Het woord spion was onslikbaar voor haar.

Twee copies van artikels in De Voorpost van 21 en 28 juni 1985, van de hand van Pierre Van Rossem, registreren de geschiedenis van Karl Kalbitzer, zoals verteld door Achilles Vermeiren. Er blijven meer vragen dan antwoorden. Achiel is er van overtuigd dat de man geen kwaad in zin had. Anderen dachten er anders over. Door de onmogelijkheid, reeds in 1985, om de volledige waarheid te reconstrueren, kan men echter geen sluitend verhaal vertellen, er zijn teveel vragen die onbeantwoord blijven.

Een foto van deze man, zijn verhaal in een weekblad of krant, en veel onbeantwoorde vragen zijn zijn enige erfenis hier in Vlaanderen. Hij heeft niet veel geschiedenis geschreven. Maar toch voegt hij aan die tragische jaren van vlak voor, tijdens en na de oorlog een markante bijdrage aan de geschiedenis toe. Hij is het bewijs dat niemand ooit met zekerheid een ander kan beoordelen. De foto, die ik hier voor me heb en die een overdruk is van een zeldzame foto uit een officieel dossier, of gemaakt door iemand die nooit het besef gehad heeft wie hij voorhad, is ook hernomen in De Voorpost. Het toont een melancholische man van zowat dertig tot vijfendertig jaar, die volgens getuigenissen, ook van Achiel zelf, die toen zowat 10 jaar geweest kan zijn, iemand beschrijven die nooit kontakt zocht met zijn omgeving, die zelfs meestal een goedendag niet beantwoordde. Wie geen conversaties aangaat met zijn omgeving, heeft nauwelijks kans veel te weten te komen. Ik stel me een spion toch enigzins anders voor.

Wie ooit kontakt gehad heeft met Karl Kalbitzer, daar in de streek van Lebbeke, of er verhalen over kent, mail ze maar naar mij. De geschiedenis wacht op een vervolg, op opheldering en op verduidelijking.

Foto volgt.

© Danny Peeters 06/10/2012 Mag ik vragen het copyright te respecteren?

0 Reacties

Een gemengd archief 2

5/10/2012

0 Reacties

 
Foto
Zo voor de voet neem ik de stukken uit de doos, zonder te kiezen, zonder voorafgaandelijke waardebepaling. Het is dus niet verbazend dat niet alles van hoge waarde is, zoals de okerbruine farde waarop geschreven staat: Zo leeft..., en dan de namen van een aantal gemeenten waarover telkens een dragend artikel geschreven staat. In de farde steken uitgescheurde bladen van het tijdschrift Zondagsvriend, gedateerd door de verzamelaar +- 1953. Het fotowerk is zeer interessant, zowel vanwege de personnages als van de opvallende gebouwen. Zo staat voor Puurs met Kalfort de schrijver Richard De Wachter vereeuwigd, voor Wolvertem valt mij een foto van de befaamde Kruisweg van Tony Van Os in het kerkje van Westrode op. (De achterpagina van het vervolg van dit artikel is gewijd aan een reportage over Piet Gilles, kunstschilder, onder de titel De Bevrijdende Kunst.) Zo spijtig vind ik het ook dat de afbeelding van de grafkapel van Jan Hammenecker slechts een vluchtige verwijziging naar deze priester-dichter losweekte.

Een diagonale lektuur brengt me niets noemenswaardig naar boven voor de gemeente Steenhuffel. Enkel een prachtige foto van één van beide watermolens (men deed niet eens de moeite de naam van de molen te vernoemen) kan mijn hart wat verblijden. Eenzelfde opmerking heb ik voor Merchtem, waar alleen de steltlopers een halve A3 opeisen, terwijl componist August de Boeck welgeteld twee regeltjes toebedeeld krijgt. Londerzeel doet het al niet beter. Louis Meeus, musicus en Pieter Pas, letterkundige krijgen een foto, maar krijgen toch maar een paragraafje, waaruit ze niet als kunstenaars naar boven kunnen komen. De naam Gerard Walschap wordt vooral herinnerd als een "afgedwaalde" schrijver.

Waarom dan toch zoveel aandacht schenken aan deze knipselreeks? Als we in 1953 de zondagsvriend mogen aanzien als een weekblad voor de katholieke familie, met tegelijkertijd informatieve en vormende waarde, dan is het duidelijk dat de vooroorlogse bevlogenheid van de katholieke stem reeds zwaar aan het tanen was. Deze artikelenreeks was nochtans zeer succesvol en populair, maar is volgens mij een zwaar gemiste kans. Het bundeltje wordt wel bewaard, als archiefstuk met bewijswaarde, maar heeft geen groot belang voor de mensheid in het algemeen, en voor mij in het bijzonder. Toch raad ik deze url aan om nog een beetje achtergrond over die fameuze artikelenreeks, met een schrijnende realiteit van de "vermoderniserende mens" als hoogtepunt: de negatieven van die foto's zijn in de jaren zeventig gewoon vernietigd; en daar kan ik niet echt mee lachen.

Een ander archiefstuk is een tijdschrift genaamd "Le Japon", no. 2 uit 1964, uitgegeven door het Ministerie van Buitenlandse Zaken van Japan. Het is een propagandistisch orgaan, dat de economische ontwikkeling en de kulturele hoogstand van het land in de verf moet zetten. Op Internet vind ik nergens een spoor van dit tijdschrift. De foto's zijn meestal zwart-wit, maar de weinige kleurenfoto's mogen er zijn. Zo zien we een afbeelding van het kasteel van Himeji, gebouwd ergens rond 1600, maar van een tijdeloze schoonheid. Maar wie denkt dat Ikebani een kwestie is van een paar bloemen en plantendelen bij mekaar te kliederen, die moet maar beter sigarenbandjes gaan verzamelen (waarmee ik niet wil zeggen dat er geen verdienste in die hobby zou zitten). Het artikel over Chiyogami opent ongekende, nooit door mij geziene hoogvlakten. Het tijdschrift is een object van interesse, waarmee ik ook geen grote affiniteit heb. Maar het is wel mooi en interessant.

Nog een tijdschrift? Dan nemen we het Belgisch Staatsblad van donderdag 8 februari 1979 even door. Waarom bevindt er zich een Staatsblad in een archief? Nogal wiedes, je houdt zekere wettelijke bepalingen in hun oorspronkelijk gepubliceerde vorm bij. Waarom houdt een kleermaker dit enigzins saaie tijdschrift bij? Omdat er, let op, méér dan 23 bladzijden besteed worden aan "Het Koninklijk besluit houdende regeling van het dragen van het uniform door de gemeentepolitie en de veldpolitie". Met afbeeldingen van kepies, versieringen en epauletten, patronen met gedetailleerde beschrijvingen van het snit, voor heren en voor dames, is dat wat mij betreft het grootste bewijs van verpilling van staatspapier. Toeval der toevallen: in ditzelfde Staatsblad staat er een Koninklijk besluit waarmee ik in de beginperiode van mijn carrière bij de Spoorwegen rechtstreeks betrokken was. Aangestuurd door het Ministerie van Verkeerswezen, en het Ministerie van Financiën wordt met datum 28 december 1978 het "Koninklijk besluit houdende overschrijvingen van vastleggingskredieten" getekend door de heer J. Chabert, toenmalig Minister van Verkeerswezen, en de heer M. Eyskens, toenmalig Staatssccretaris voor Begroting.  Destijds werkte ik voor de Spoorwegen rechtstreeks mee aan de materie van de vastleggingskredieten. Binnen de maand leg ik mijn job neer, met andere taken weliswaar, maar het doet lekker nostalgisch aan te zien dat ik aan die cijfers op één of andere wijze mijn kleine bijdrage geleverd heb. Alleen al daarom zou ik dit Staatsblad willen behouden.

En een korte verwijzing naar de taaiheid van de oude rocker moet deze bijdrage dan maar afsluiten. Daar waar ik in mijn vorige blog eens melding maakte van een toemalig populair zangertje uit Aalst, heb ik nu hier van de oud-voorzitter van de Lebbeekse Heemkring Achilles Vermeiren de knipsels ter voorbereiding en zijn ontwerp van artikel voor het heemkundige tijdschrift, zo neem ik aan, betreffende een rockband "The Layabouts", die na 30 jaar, meerbepaald op 19 september 1992 hun verjaardag wel eens wilden vieren met een groot concert.

Hoe onverwacht het oeval kan toeslaan, en plots de realiteit openbaart, wordt bewezen door deze bijgevoegde vondst. Mijn latijn heeft hij ook gestoken in een aantal knipsels betreffende Geena Lisa, die haar opa, Frans Peeters, in Buggenhout en in Lebbeke een gekende figuur, tot onderwerp van een song maakte. De reden van de aanwezigheid van deze knipsels in de farde van de Layabouts kun je maar vinden via genealogische opzoekingen, tenzij je Kamiel kent. Die man schreef wel eens een stukje over al wie dat verdiende, en hij nam Geena Lisa onder de arm, om via het verhaal van Meester Frans Peeters duidelijk te maken dat twee van zijn zonen, waarvan één schuldig is aan het concipiëren van Geena Lisa, in de jaren zestig de medeoprichters waren van diezelfde Lebbeekse Layabouts: daarmee is dus de cirkel rond. Nog even toevoegen dat Frans Peeters ereburger van Lebbeke is. Op 14 juli 2012 werd hij liefst 100 jaar. Dank u, Kamiel, zeg dat Danny het u gezegd heeft.

Foto zal volgen.

© Danny Peeters 05/10/2012 Mag ik vragen het copyright te respecteren?

0 Reacties

Een gemengd archief 1

3/10/2012

0 Reacties

 
Foto
In mijn vroegere Andebijk-blog heb ik ooit melding gemaakt van mijn fameuze "duust boe'n"-aankoop. Dat zijn er een hele hoop, maar tussen al dat boekengeweld stak er ook nog een hoeveelheid papier, dat onder geen enkele categorie onder te brengen was. Het betreft in hoofdzaak twee dingen. Een aantal stukken handelen overduidelijk over het kleermakersberoep, met de nadruk op leerboeken, en op een paar tijdschriften die de kleermaker nodig vond om zijn cliënteel voor te lichten. Een ander deel zijn stukken, die door de voorzitter van de Lebbeekse Heemkundige kring zijn bewaard, en die dus een zekere lokale waarde hebben/hadden, maar waarvan ik er al een aantal ondergebracht heb in mijn afdeling Volkskunde-Heemkunde. Ik zal als de inspiratie mij ontbreekt om andere dingen te bespreken, telkens een bijdrage over de stukken uit dat deelarchief schrijven.

Een eerste mapje bevat twee mooie vondsten. Eerst is er een leesboekje, dat in de jaren 1925 tot 1965 in veel katholieke scholen in Vlaanderen gebruikt werd, om de jongste lezertjes te begeleiden in hun leerproces. De naam van de reeks is: Lustig Volkje, uitgegeven door de Broeders Maristen. Ik heb een tweede editie voor me uit 1931, in relatief goede staat. Het is een heerlijk boekje, met de eenvoudigste verhaaltjes, geen ingewikkelde plot, want het nummer 4, dat ik hier voor me liggen heb, is bestemd voor de toenmalige lezertjes van het "tweede studiejaar". Het voorgaande jaar werd bedacht met de nummers 1 tot 3, zoals de achterkant van het boekje, dat als publicitaire ruimte voor de eigen producten van de Broeders Maristen uit "Pitthem" = Pittem in West-Vlaanderen diende, ons leert. de nummers 4 en 5 waren voor het tweede leerjaar dus, 6 voor het derde, 7 voor het vierde, 8 voor het vijfde en 9 voor het zesde leerjaar. Het nummer 10 droeg de naam "Nieuwe Bloemen", en was een letterkundig leesboek voor jongens en meisjes van 12 tot 15 jaar. Vervolgens bood men ook de "Eenvoudige letterkundige Ontledingen" aan, een handleiding bij "Nieuwe Bloemen". Ten slotte was er ook nog het boek: "Pater Champagnat, Priester-Marist" over de stichter van de Broeders Maristen, zijn leven en zijn werken, met 400 geïllustreerde bladzijden.

Dit heerlijke werkje is ook het voorwerp geweest van een bijdrage op de website beeldiggevonden.be, waar ik een kleine aanvulling op gegeven heb. De illustraties in dit leesboekje zijn van een wondere schoonheid, de naïeve tekeningen doen wat verouderd aan, maar sommige daarvan vertonen zulk een fijne details, dat ze in kwaliteit ver boven de huidige verluchtingen van kinderboeken mogen geplaatst worden. Ieder zijn smaak, maar dit is toch echt wel mooi werk van de tekenaar Joz. die het boekje mocht illustreren. Het leesboekje is een mooie aanvulling van mijn afdeling volks- en heemkunde.

Ook het tweede stuk dat ik in de map aantrof, mag naar diezelfde afdeling. Het is een brochure die handelt over de Familie De Schepper, die in 1975 een eerste grote familiebijeenkomst gehouden heeft te Moerbeke-Waas. In het boekje steekt ook een kaartje met daarop het familiewapen: Een geopende schaar verwijst naar het kleermakersberoep, en legt zo meteen de band met de veelvuldige boeken en tijdschriften betreffende dat beroep.

Het derde stuk gaat ook terug naar de kleermakerij. Het is een foto van, zoals op de rug ervan vermeld staat: een gildeschilderij in de O.L.Vrouwkerk te Dendermonde, voorstellende de H. Lambertus, patroon der kleermakers. Die gilde die het schilderij liet maken is blijkbaar in 1773 opgericht, en de heilige wordtgeflankeerd door twee reuzegrote kleermakersscharen. Misschien leert tante Google me meer over de symboliek van het werktuig dat Lambertus in de hand houdt. De foto zal ik later publiceren, en wie me nog meer details kan verschaffen, wordt graag gehoord. Laat me er nu toch aan toevoegen dat ik afkomstig ben uit een Limburgs dorpje Sint-Lambrechts-Herk...

En ten vierde hebben we nog een merkwaardig document, een fotocopie van een Certificaat uit 1825 van de Nationale Militie van de Provincie Oost-Vlaanderen. In 1825 waren we nog Nederlanders, en inderdaad, het wapenschild draagt de spreuk: Je Maintiendrai. Het gaat over de lichting van het jaar 1815, toen de genaamde Van Droogenboeck Josephus geboren te Meire den 27 8ber 1796 voor de Nationale Militie is ingeschreven. Hij heeft bij loting het nummer 158 gekregen, en daar er tien jaar later nog steeds geen beroep op hem gedaan is voor het volbrengen van militaire dienst, werd hij bij certificaat opgemaakt te Gend, den 16 february 1825 van alle dienst ontslagen. Op zich is de fotocopie alleen van informatief belang. Maar het is toch wel mooi meegenomen om alzo een reëel stuk en de reëel gebruikte taal te kunnen bestuderen.

afbeeldingen volgen.

© Danny Peeters 03/10/2012 Mag ik vragen het copyright te respecteren?

0 Reacties

Giovanni Batista Montini en anderen

2/10/2012

2 Reacties

 
Foto
Tien kilo boeken.
Toen ik vandaag even na het middaguur op het Marcel Broodthaersplein stapte, sloeg ik een kort praatje met een collega die ik in jaren niet meer gezien had. Uiteraard kwam het pensioen van mij en een rist andere collega's ter sprake, en uitgepraat ontdekte ik dat hoewel treinen nog wel eens te laat aankomen, zij de neiging hebben wel op tijd te vertrekken. De volgende zou mij ook wel naar Oudenaarde brengen, haast was er niet bij, en ik besloot mijn tijd nuttig te besteden door naar diezelfde rommelmarkt te gaan, waar Jezus al eens een keertje voor mijn neus voorbij gewandeld kwam, en niet in mijn gezelschap naar Kapharnaüm wilde wandelen, omdat ik te traag was om het onderscheid tussen euro en cent te maken.

Vandaag dan maar beter doen, dacht ik, en anders graag een volgende keer. Waarom kies ik toch altijd druilerige dagen om naar boeken te grabbelen? De dozen waren nog steeds overvol, maar gelukkig niet zo doordrenkt als de vorige keer. En het geluk was wel bij mij. Ik ben naar huis gekomen met 9,855 kilogram boeken (ik kon het niet nalaten die stapel te wegen: de terugweg was niet bepaald aangenaam, met dat gewicht in één broze plastic zak, waarin een handjevol winkelwaar wel zijn plaats vind, maar 10 kilo boeken is nog wat anders).

Er zijn maar 3 titels mee gemoeid. Het eerste is een op het eerste zicht nietszeggend boekje, uitgegeven door het Musée Royal des Beaux-Arts de Belgique, in 1922, toen op 25 juli de Exposition d'Art français: Les Maîtres de l'Impressionnisme et leur Temps van start ging. Maar als cataloog heeft het een meerwaarde: elke kunstenaar krijgt enige paragrafen tot enige bladzijden toegemeten, om eerst zijn levensbeschrijving en zijn artistieke evolutie weer te geven, waarna een mooie beschrijving volgt van elk van de werken die tentoongesteld werden.

Zo is er het tentoongestelde lot no. 104 genaamd Le Penseur, statue, bronze, haut 0.70 m. Signé" sur le bloc: Rodin. Entrée au musée en 1899. Réduction de la statue placée au Panthéon, à Paris, et (...). Het gereduceerde beeldje was bedoeld om "La Porte de l'Enfer" te bekronen. Deze groep bestaat uit liefst 186 figuren, die in de hel afdalen. Het spel van de angstige, soms wellustig spelende zondaars wordt door Le Penseur vanuit de hoogte overschouwd,  en dat is precies de betekenis van deze versie van De Denker. Hij overdenkt de passionele daden van de mensheid, die uiteindelijk tot hun ondergang leiden. Lange tijd is die Hellepoort het meesterwerk geweest van Rodin, maar hij vond uiteindelijk het werk te zwak, en zei erover "La Porte est trop trouée". Het werk had teveel gaten, het was te doorzichtig, te opzichtig ook. Maar hij heeft nog lange tijd deze figuren gebruikt om er andere werken op de concipiëren. Later heeft hij echter het geheel in marmer en brons toch gerealiseerd.
 
Zijn inspiratie voor de Porte vond hij in de Divinia Comedia van Dante. Er wordt van uitgegaan (in dit boek, en op basis van het werk van L. Bénédite) dat Le Penseur niemand minder is dan Dante zelf: boven de Poort van de Hel zit de Denker, vergezeld van Adam en Eva, en daar leest men ook het beroemde vers dat aan de ingang van de Hel van Dante staat: "Lasciate ogni speranza voi ch'entrate" (Laat alle hoop varen, gij die hier binnentreedt) . Bénédite schrijft: "Au-dessous, au milieu du tympan, Le Poète, appelé depuis le Penseur, comtemplant la grande tragédie de l'abîme."

Het standbeeld van De Denker, tussen de figuren van Adam en de Schaduw versiert het grafmonument van Rodin in de tuin van zijn Villa des Brillants, te Meudon, Frankrijk.

Als alle informatie in dit boekje zo interessant is als dit ene uittreksel, lijkt het op het tweede zicht wel zéér veelzeggend. Ik heb me voor één euro leesplezier en studiegenot aangeschaft.

De tweede titel is in het Italiaans: van Giselda Adornato, de Cronologia Dell'Episcopato di Giovanni Battista Montini a Milano. 4 gennaio 1955 - 21 guigno 1963. Prefazione Giuseppe Colombo. Istituto Paolo VI, Brescia. Het boek is letterlijk wat de titel zegt. Het geeft minitueus de cronologie weer van het leven en werk van de latere Paus Paulus VI, vanaf zijn benoeming tot Aartsbisschop tot op de dag van de Witte Rook, met een paar heerlijke zwart-wit foto's. Het boek zelf is uitgegeven in 2002, onder ISDN 88-382-3850-21, en werkelijk, het enige feil aan dit boek is het ontbreken van de CD-ROM, die achteraan in een plastic hoes had moeten aanwezig zijn. De eigenaar heeft ongetwijfeld de CD-ROM opgeladen op zijn of haar computer, en het boek sindsdien nooit meer in handen gehad. Het is in absolute nieuwstaat, evenals het foudraal, dat net als het boek uitgevoerd is in Kardinaal-rood. Ooit heeft het boek, zoals er in gedrukt staat, 85 euro gekost. Ik mocht het meenemen voor 3 euro.

De derde titel luidt: Histoire de la Civilisation de l'Egypte Ancienne. Op zich zou ik dit werk niet dadelijk meegenomen hebben, maar als een bepaalde naam een belletje doet rinkelen, is het wel deze, die staat voor een ander werk (Histoire de Belgique) van zijn vader dat al een halve eeuw op mijn verlanglijstje staat. Jacques Pirennes. Jawel, zoon van Henri, algemeen genoemd als één van België's grootste historici. Jacques treedt met veel eer in de voetsporen van zijn vader, en heeft alvast één ding met hem gemeen: hij schrijft gigantisch dikke turven. Om de geschiedenis van Egypte te schrijven, is enige voorraad papier niet onnuttig, maar de drie boekdelen bij mekaar, op formaat h=27 b=23, tesamen 16.5 centimeter dik, wegen tesamen meer dan zeven en een halve kilo. Deel 1 bevat 367 pagina's met illustraties buiten tekst, deel 2 heeft 555 pagina's, en deel 3 bestaat uit 448 pagina's tekst. Elk boekdeel bevat eenzelfde in zes geplooide kaart van het Egyptische rijk. Het werk werd in driemaal op de makrt gebracht, in 1961, 1962 en 1963, à La Baconnière te Neuchâtel, Zwitserland en bij La Renaissance du Livre te Brussel. De originele uitgave werd op 1100 exemplaren gedrukt en speciaal gebonden voor de leden van de Club des Libraires de France.

Val niet achterover: ik kreeg het voor zes euro. Deze keer stond mijn radar wel in de juiste richting.

© Danny Peeters 02/10/2012 Mag ik vragen het copyright te  respecteren?

2 Reacties

    Auteur

    OudHerk, de auteur van de oude Andebijk-blog, heeft binnenkort meer op deze bladzijden staan over zichzelf dan hij zelf kan vermoeden.

    Archives

    Juli 2015
    September 2014
    Augustus 2014
    Juli 2014
    Juni 2014
    Mei 2014
    April 2014
    Maart 2014
    Februari 2014
    Januari 2014
    September 2013
    Augustus 2013
    Juli 2013
    December 2012
    Oktober 2012
    September 2012
    Augustus 2012
    Juli 2012

    Categorieën

    Alles
    #100happydays
    Andebijk
    Archief
    Blumengarten
    Geschiedenis
    Heemkunde
    Impressionisten
    Inventaris
    Pausen

    RSS-feed

Powered by Create your own unique website with customizable templates.