Soms komt men wel eens uit op gegevns van mensen die in de grootste geheimzinnigheid een deel van hun leven ergens doorgebracht hebben. Niemand schijnt te weten wie ze zijn, waar ze vandaan komen, wat ze doen, waarom ze daar zijn. Ook in de twintigste eeuw zijn er duidelijk zulke mensen die onder ons vertoefd hebben, en die als een groot vraagteken door het leven zijn gegaan.
Een zekere Karl Kalbitzer is op die manier op 2 maart 1936 in België terecht gekomen, en werd uiteindelijk in het vreemdelingenregister van Lebbeke ingeschreven als een persoon die leefde van een uitkering van 10 Fr. van de internationale Rode Hulp. In een wikipedia-artikel lees ik dat deze vereniging ... "ook bekend als MOPR een internationale sociale organisatie was verbonden met de Communistische Internationale".
Bij de mobilisatie in 1939 kwam hij in nauwe schoenen, want zijn Duitse nationaliteit maakte hem bij sommigen een verdacht persoon. Ik hoor nog altijd een leraar geschiedenis vertellen dat vlak voor het uitbreken van de tweede wereldoorlog Vlaanderen overspoeld werd door leurders en uitwijkelingen van alle slag, van Duitse oorsprong, die feitelijk als spionnen van het Naziregime werkzaam waren. Een voor mij toen ongelooflijk verhaal, maar in het geval van Karl Kalbitzer werd de grond onder de voeten toch te heet. Op 3 mei 1940, een week voor de inval van de Duitsers in België, werd hij uit de registers van Lebbeke geschrapt, en hij week uit naar Frankrijk, naar Perpignan, waar hij op 9 september 1940 overleed, ten gevolge van typhus. Het plotse verdwijnen vlak voor het uitbreken van de oorlog zal wel koren op de molen geweest zijn voor hen die er geen goed oog in hadden.
Achiel Vermeiren heeft die geschiedenis in 1985 eens onderzocht, en kontakten gehad met familieleden van Karl, alsook met de burgemeester van Linkenbach, zijn geboorteplaats, waar hij tot zijn vlucht uit Duitsland, omdat hij communist was en gevaar liep, bij zijn familie verbleef. Treffend is een brief van een nichtje van Karl, die hem oom noemde, aan Achiel en die geschokt reageerde op de toenmalige verdachtmakingen als zou hij een spion geweest zijn. Het woord spion was onslikbaar voor haar.
Twee copies van artikels in De Voorpost van 21 en 28 juni 1985, van de hand van Pierre Van Rossem, registreren de geschiedenis van Karl Kalbitzer, zoals verteld door Achilles Vermeiren. Er blijven meer vragen dan antwoorden. Achiel is er van overtuigd dat de man geen kwaad in zin had. Anderen dachten er anders over. Door de onmogelijkheid, reeds in 1985, om de volledige waarheid te reconstrueren, kan men echter geen sluitend verhaal vertellen, er zijn teveel vragen die onbeantwoord blijven.
Een foto van deze man, zijn verhaal in een weekblad of krant, en veel onbeantwoorde vragen zijn zijn enige erfenis hier in Vlaanderen. Hij heeft niet veel geschiedenis geschreven. Maar toch voegt hij aan die tragische jaren van vlak voor, tijdens en na de oorlog een markante bijdrage aan de geschiedenis toe. Hij is het bewijs dat niemand ooit met zekerheid een ander kan beoordelen. De foto, die ik hier voor me heb en die een overdruk is van een zeldzame foto uit een officieel dossier, of gemaakt door iemand die nooit het besef gehad heeft wie hij voorhad, is ook hernomen in De Voorpost. Het toont een melancholische man van zowat dertig tot vijfendertig jaar, die volgens getuigenissen, ook van Achiel zelf, die toen zowat 10 jaar geweest kan zijn, iemand beschrijven die nooit kontakt zocht met zijn omgeving, die zelfs meestal een goedendag niet beantwoordde. Wie geen conversaties aangaat met zijn omgeving, heeft nauwelijks kans veel te weten te komen. Ik stel me een spion toch enigzins anders voor.
Wie ooit kontakt gehad heeft met Karl Kalbitzer, daar in de streek van Lebbeke, of er verhalen over kent, mail ze maar naar mij. De geschiedenis wacht op een vervolg, op opheldering en op verduidelijking.
Foto volgt.
© Danny Peeters 06/10/2012 Mag ik vragen het copyright te respecteren?
Een zekere Karl Kalbitzer is op die manier op 2 maart 1936 in België terecht gekomen, en werd uiteindelijk in het vreemdelingenregister van Lebbeke ingeschreven als een persoon die leefde van een uitkering van 10 Fr. van de internationale Rode Hulp. In een wikipedia-artikel lees ik dat deze vereniging ... "ook bekend als MOPR een internationale sociale organisatie was verbonden met de Communistische Internationale".
Bij de mobilisatie in 1939 kwam hij in nauwe schoenen, want zijn Duitse nationaliteit maakte hem bij sommigen een verdacht persoon. Ik hoor nog altijd een leraar geschiedenis vertellen dat vlak voor het uitbreken van de tweede wereldoorlog Vlaanderen overspoeld werd door leurders en uitwijkelingen van alle slag, van Duitse oorsprong, die feitelijk als spionnen van het Naziregime werkzaam waren. Een voor mij toen ongelooflijk verhaal, maar in het geval van Karl Kalbitzer werd de grond onder de voeten toch te heet. Op 3 mei 1940, een week voor de inval van de Duitsers in België, werd hij uit de registers van Lebbeke geschrapt, en hij week uit naar Frankrijk, naar Perpignan, waar hij op 9 september 1940 overleed, ten gevolge van typhus. Het plotse verdwijnen vlak voor het uitbreken van de oorlog zal wel koren op de molen geweest zijn voor hen die er geen goed oog in hadden.
Achiel Vermeiren heeft die geschiedenis in 1985 eens onderzocht, en kontakten gehad met familieleden van Karl, alsook met de burgemeester van Linkenbach, zijn geboorteplaats, waar hij tot zijn vlucht uit Duitsland, omdat hij communist was en gevaar liep, bij zijn familie verbleef. Treffend is een brief van een nichtje van Karl, die hem oom noemde, aan Achiel en die geschokt reageerde op de toenmalige verdachtmakingen als zou hij een spion geweest zijn. Het woord spion was onslikbaar voor haar.
Twee copies van artikels in De Voorpost van 21 en 28 juni 1985, van de hand van Pierre Van Rossem, registreren de geschiedenis van Karl Kalbitzer, zoals verteld door Achilles Vermeiren. Er blijven meer vragen dan antwoorden. Achiel is er van overtuigd dat de man geen kwaad in zin had. Anderen dachten er anders over. Door de onmogelijkheid, reeds in 1985, om de volledige waarheid te reconstrueren, kan men echter geen sluitend verhaal vertellen, er zijn teveel vragen die onbeantwoord blijven.
Een foto van deze man, zijn verhaal in een weekblad of krant, en veel onbeantwoorde vragen zijn zijn enige erfenis hier in Vlaanderen. Hij heeft niet veel geschiedenis geschreven. Maar toch voegt hij aan die tragische jaren van vlak voor, tijdens en na de oorlog een markante bijdrage aan de geschiedenis toe. Hij is het bewijs dat niemand ooit met zekerheid een ander kan beoordelen. De foto, die ik hier voor me heb en die een overdruk is van een zeldzame foto uit een officieel dossier, of gemaakt door iemand die nooit het besef gehad heeft wie hij voorhad, is ook hernomen in De Voorpost. Het toont een melancholische man van zowat dertig tot vijfendertig jaar, die volgens getuigenissen, ook van Achiel zelf, die toen zowat 10 jaar geweest kan zijn, iemand beschrijven die nooit kontakt zocht met zijn omgeving, die zelfs meestal een goedendag niet beantwoordde. Wie geen conversaties aangaat met zijn omgeving, heeft nauwelijks kans veel te weten te komen. Ik stel me een spion toch enigzins anders voor.
Wie ooit kontakt gehad heeft met Karl Kalbitzer, daar in de streek van Lebbeke, of er verhalen over kent, mail ze maar naar mij. De geschiedenis wacht op een vervolg, op opheldering en op verduidelijking.
Foto volgt.
© Danny Peeters 06/10/2012 Mag ik vragen het copyright te respecteren?