In een artikel in de Standaard van vandaag schrijft Geert Van der Speeten dat het Stijn Streuvelshuis (foto De Standaard) een nieuw leven krijgt als schrijversresidentie. Ik ben niet geabonneerd op de Standaard, en kan het ganse artikel dus niet lezen. Zonder de minste vooringenomenheid, en op het gevaar af dat ik elementen uit dit artikel zou parafraseren, tegenspreken (hetgeen niet gevaarlijk zou mogen zijn) of verkeerd interpreteren en/of uitleggen, zijn dit mijn bedenkingen.
Het is alsof ze mijn verzuchting op facebook, naar aanleiding van het Herman Teirlinckhuis-gekrakeel, om de boel dan maar plat te gooien (voor alle duidelijkheid: grapje!) gelezen hebben. Of het schrijvershuis de beste oplossing is, weet ik niet, maar het zal alleszins een nieuw elan aan het ingeslapen museum kunnen geven.
Ik maak me alleen zorgen over het beheer van de literaire erfenis van de oude Vlaamse reus. Twee dingen krijgen daarbij mijn aandacht.
Tijdens de publieke opening, na de voorgaande restauratie van het huis, ergens begin jaren tachtig, gedroeg de massa geïnteresseerden voor het bezoek aan de schrijverswoning zich als een opdringerige bende olifanten, die zonder het minste respect de pas ontloken lentebloemen langsheen het pad, dat hier op de foto ook te zien is, doodeenvoudig plat trapten om toch maar voor de in een lange rij aanschuivende menigte naar binnen te geraken. Respectloos voor de anderen, en ook voor het landgoed op zich, was vernieling voor hen een volkomen gewettigd middel om onrechtmatige voorrang te verwerven. Hopelijk wordt in april 2014 voorzien in een regelrechte ordedienst, die de massa doodeenvoudig aan de poort laat wachten, en de bezoekers met mondjesmaat binnenlaat, zodat de cultuurhooligans kunnen in bedwang gehouden worden.
Het andere waar ik voor vrees, is de verdeling van de aandacht over de erfgoedbewaring enerzijds, en de nood aan ruimte voor auteurs, die in een rustige omgeving willen werken. Het huis lijkt groot, maar het innemen van ruimte bijt af aan overzicht over de privéomstandigheden waarin Stijn Streuvels geworden is wie hij was.
© Danny Peeters 04/09/2013 Mag ik vragen het copyright te respecteren?
Het is alsof ze mijn verzuchting op facebook, naar aanleiding van het Herman Teirlinckhuis-gekrakeel, om de boel dan maar plat te gooien (voor alle duidelijkheid: grapje!) gelezen hebben. Of het schrijvershuis de beste oplossing is, weet ik niet, maar het zal alleszins een nieuw elan aan het ingeslapen museum kunnen geven.
Ik maak me alleen zorgen over het beheer van de literaire erfenis van de oude Vlaamse reus. Twee dingen krijgen daarbij mijn aandacht.
Tijdens de publieke opening, na de voorgaande restauratie van het huis, ergens begin jaren tachtig, gedroeg de massa geïnteresseerden voor het bezoek aan de schrijverswoning zich als een opdringerige bende olifanten, die zonder het minste respect de pas ontloken lentebloemen langsheen het pad, dat hier op de foto ook te zien is, doodeenvoudig plat trapten om toch maar voor de in een lange rij aanschuivende menigte naar binnen te geraken. Respectloos voor de anderen, en ook voor het landgoed op zich, was vernieling voor hen een volkomen gewettigd middel om onrechtmatige voorrang te verwerven. Hopelijk wordt in april 2014 voorzien in een regelrechte ordedienst, die de massa doodeenvoudig aan de poort laat wachten, en de bezoekers met mondjesmaat binnenlaat, zodat de cultuurhooligans kunnen in bedwang gehouden worden.
Het andere waar ik voor vrees, is de verdeling van de aandacht over de erfgoedbewaring enerzijds, en de nood aan ruimte voor auteurs, die in een rustige omgeving willen werken. Het huis lijkt groot, maar het innemen van ruimte bijt af aan overzicht over de privéomstandigheden waarin Stijn Streuvels geworden is wie hij was.
© Danny Peeters 04/09/2013 Mag ik vragen het copyright te respecteren?