Waarom leest iemand iets graag? Niemand zal een sluitend antwoord op die vraag kunnen geven. Maar ergens zijn er aanwijzingen. In bepaalde omstandigheden kan iemand begrijpen waar het over gaat. Omdat hij of zij (ik erger me aan dat obligate verschil: in mijn schooltijd werd er bepaald dat, wanneer het voorwerp van het onderwerp, lijdend voorwerp of meewerkend voorwerp zowel mannelijk of vrouwelijk kon zijn, men gebruik mocht maken van de mannelijke verbuiging - of vervoeging, of hoe het ook genoemd moet worden, hij, dus, want voor onzijdig werd er dan weer een uitzondering gemaakt) omdat hij (m/v) er zich (m/v) in herkent, of omdat hij zonder die belachelijke haakjes er zich in thuis voelt, of omdat hij er meer wil over weten. De Nederlandse taal is een echt kreng, omdat zij door een niet homogene groep mensen gesproken wordt. Vlamingen denken anders dan Nederlanders. Het is dan ook niet verbazend dat een heleboel jongeren gewoon dag met het handje zeggen, en het meest schabouwelijke Engels omarmen, liever dan hun eigen taal op alles te laten voorgaan. Dat is spijtig, maar het is een feit.
Enige dagen geleden las ik een bijdrage in de blog "Mededelingen van het Centrum voor Documentatie en Reëvaluatie", kortweg het "C.D.R." Of anders kortweg: "Mededelingen". Of nog anders kortweg: "Mededelingen van het C.D.R." Kies maar. De bedoelde bijdrage was een krasse kritiek op het taalgebruik door net die groep van mensen, die nog altijd, door hun publieke functie, als voorbeelden aanzien worden. Zij zijn nieuwslezers, en geef toe: hun krampachtige dan wel soepele taalgebruik brengt de meest hilarische toestanden met zich mee. Zo heeft volgens Luc Pay, een kennis van de C.D.R.-redacteur van dienst, het merendeel van de nieuwslezers de uitspraak van de naam van de Egyptische stad "Alexandrië" niet helemaal begrepen. Luc Pay, de man die de Egyptische stok in het hoenderhok gooide, hanteert de regel, waarbij vreemde namen een klemtoon krijgen op de voorlaatste lettergreep. Misschien gaat deze regel niet altijd op, maar nog misschiener kunnen een aantal taalgoeroes niet meer tellen. Want wat is het geval: "-drië" is de laatste lettergreep van het woord, niet "-ë". Het woord is niet te splitsen midden in de uitgangen die eindigen op de "...ië"-klank. Een eigenaardigheid te meer van de Nederlandse taal, maar kijk, daarvoor lopen gaan is kleinzielig. En dus maar domme uitspraakaanpassingen doen is nog dommer. Doe de inspanning. En aanvaard dat de schrijfwijze inderdaad niet "Alexandrie-ë" is, zoals alergieën. Dus ook niet de uitspraak.
Waren het de pennelikkers van de taalunie, die liever pennenlikkers genoemd worden, terwijl je om te likken al genoeg hebt aan één pen en dus een volkomen zinloos meervoud als regel overbodig lijkt, die deze draak maar meegecreëerd hebben toen ze toch bezig waren? Ik trek het me niet aan, ik ben oud genoeg om te vinden dat hun regelgevingen bij de laatste vier of vijf taalaanpassingen volkomen naast toon en maat gezongen werden, en hun mening over mijn mening is totaal onbelangrijk. Pay, met een uitgesproken helaas in mijn ogen, gebruikt de laatste klank als twee lettergrepen, om te bewijzen dat het woord verkeerd uitgesproken wordt. Ik blijf erbij dat het over slechts één lettergreep gaat. Alexandrië, dus alex-an-drië, en niet alex-an-dri-ë, voor mij. Om het probleem nog even totaal nutteloos ingewikkeld te maken: naar wie is die stad genoemd? Naar iemand die in de Arabische wereld niet zo een goede naam meedraagt: (I)Skander... Dat "Alex" is ook zeer onsplitsbaar, als je het mij vraagt. Maar nu niet ter zake. Het is al erg genoeg, zo.
Nog vervelender is dat andere voorbeeld, dat Luc Pay ons aanbiedt, om zijn vrije woord te uiten. Wij hebben nu net een Koning Filip gekregen, maar onze vorige Koning moest voortdurend zijn naam in de media horen uitspreken als Albert met de doffe e van "de". Kort de naam van Albert af tot Bert, en je krijgt de klank van "bed". Niet van "de". Etymologisch komt die naam van "Adal", edel, en van "Berth", schitterend, geweldig, beroemd, groots. De klemtoon zit inderdaad op de eerste lettergreep. Maar waarom moet die doffe "e" van "de"? Daarover gaat de discussie van Pay in eerste instantie niet, maar toch stel ik de vraag. In de vraag zit meteen ook mijn antwoord. Waarom dan wel? In het Frans wordt de laatste lettergreep als "air" uitgesproken, maar eveneens met de klemtoon op de eerste lettergreep.
Zit daar het geheim van de rare uitspraak van Albert? Zijn er leermeesters geweest die terecht hun leerlingen er op wezen dat de klemtoon op "Al" en niet op "bert" moest vallen? Wat deden de domme leerlingen? Ze zeiden ALbert, maar legden zoveel klemtoon op de eerste lettergreep, dat ze van de weeromstuit de e-klank dof uitspraken, om de klemtoon, eh... te beklemtonen. Ik heb dat laatste al meermaals meegemaakt. Als iemand trachtte een verkeerd beklemtoond woord te corrigeren, legde de luisteraar dan de klemtoon goed, maar veroorzaakte meteen een watervalfout door een of andere klank in de rest van het woord verkeerd uit te spreken. Wanneer de leraar dan ja zegt, in plaats van eerst ook de tweede fout aan te pakken, krijg je hilarische toestanden. Het is al erg genoeg zo: onderzoek maar eens het woord "epidemie", en door samenvoeging van de klemtoonval en de uitspraakwijziging kom je op dezelfde rariteiten uit. Men wil de klemtoon naar de oude brontaal terugbuigen, maar doet zodanig veel inspanning, dat men de i van de tweede lettergreep tot een doffe e omvormt. Het is nochtans simpel: het gaat om een vreemd woord, leg dus de klemtoon op de voorlaatste lettergreep, en laat de oude grieken rusten in hun olympische graven. Of moeten we dan echt naar de therapuit?
Ik ben geen taalkundige, en de verdedigers van de doffe Albert zullen zich natuurlijk weren als duivels in het wijwatervat, maar ik blijf erbij: ik hoor liever een Albert in het bed vertoeven, dan in een duivenhok vol doffers.
Deze tirade is bedoeld om aan te geven dat de Mededelingen van het C.D.R. ondanks hun soms oppervlakkige inhoud bij mij toch steeds een snaar raken die klanken door de huiskamer doen weerklinken. Valse klanken, zullen de taalkampioenen nu uitroepen, maar kom, beter een valse noot dan geen noot, zei het eekhoorntje in 1963 toen het een halve meter boven de noot zat te graven. Het bewijst alvast dat deze mededelingen "weer"klank hebben. En daarvoor schrijft toch een mens al eens een paar bladzijden vol? Niet?
© Danny Peeters, Oudenaarde 18 augustus 2013.
Mag ik vragen het copyright te respecteren?
Enige dagen geleden las ik een bijdrage in de blog "Mededelingen van het Centrum voor Documentatie en Reëvaluatie", kortweg het "C.D.R." Of anders kortweg: "Mededelingen". Of nog anders kortweg: "Mededelingen van het C.D.R." Kies maar. De bedoelde bijdrage was een krasse kritiek op het taalgebruik door net die groep van mensen, die nog altijd, door hun publieke functie, als voorbeelden aanzien worden. Zij zijn nieuwslezers, en geef toe: hun krampachtige dan wel soepele taalgebruik brengt de meest hilarische toestanden met zich mee. Zo heeft volgens Luc Pay, een kennis van de C.D.R.-redacteur van dienst, het merendeel van de nieuwslezers de uitspraak van de naam van de Egyptische stad "Alexandrië" niet helemaal begrepen. Luc Pay, de man die de Egyptische stok in het hoenderhok gooide, hanteert de regel, waarbij vreemde namen een klemtoon krijgen op de voorlaatste lettergreep. Misschien gaat deze regel niet altijd op, maar nog misschiener kunnen een aantal taalgoeroes niet meer tellen. Want wat is het geval: "-drië" is de laatste lettergreep van het woord, niet "-ë". Het woord is niet te splitsen midden in de uitgangen die eindigen op de "...ië"-klank. Een eigenaardigheid te meer van de Nederlandse taal, maar kijk, daarvoor lopen gaan is kleinzielig. En dus maar domme uitspraakaanpassingen doen is nog dommer. Doe de inspanning. En aanvaard dat de schrijfwijze inderdaad niet "Alexandrie-ë" is, zoals alergieën. Dus ook niet de uitspraak.
Waren het de pennelikkers van de taalunie, die liever pennenlikkers genoemd worden, terwijl je om te likken al genoeg hebt aan één pen en dus een volkomen zinloos meervoud als regel overbodig lijkt, die deze draak maar meegecreëerd hebben toen ze toch bezig waren? Ik trek het me niet aan, ik ben oud genoeg om te vinden dat hun regelgevingen bij de laatste vier of vijf taalaanpassingen volkomen naast toon en maat gezongen werden, en hun mening over mijn mening is totaal onbelangrijk. Pay, met een uitgesproken helaas in mijn ogen, gebruikt de laatste klank als twee lettergrepen, om te bewijzen dat het woord verkeerd uitgesproken wordt. Ik blijf erbij dat het over slechts één lettergreep gaat. Alexandrië, dus alex-an-drië, en niet alex-an-dri-ë, voor mij. Om het probleem nog even totaal nutteloos ingewikkeld te maken: naar wie is die stad genoemd? Naar iemand die in de Arabische wereld niet zo een goede naam meedraagt: (I)Skander... Dat "Alex" is ook zeer onsplitsbaar, als je het mij vraagt. Maar nu niet ter zake. Het is al erg genoeg, zo.
Nog vervelender is dat andere voorbeeld, dat Luc Pay ons aanbiedt, om zijn vrije woord te uiten. Wij hebben nu net een Koning Filip gekregen, maar onze vorige Koning moest voortdurend zijn naam in de media horen uitspreken als Albert met de doffe e van "de". Kort de naam van Albert af tot Bert, en je krijgt de klank van "bed". Niet van "de". Etymologisch komt die naam van "Adal", edel, en van "Berth", schitterend, geweldig, beroemd, groots. De klemtoon zit inderdaad op de eerste lettergreep. Maar waarom moet die doffe "e" van "de"? Daarover gaat de discussie van Pay in eerste instantie niet, maar toch stel ik de vraag. In de vraag zit meteen ook mijn antwoord. Waarom dan wel? In het Frans wordt de laatste lettergreep als "air" uitgesproken, maar eveneens met de klemtoon op de eerste lettergreep.
Zit daar het geheim van de rare uitspraak van Albert? Zijn er leermeesters geweest die terecht hun leerlingen er op wezen dat de klemtoon op "Al" en niet op "bert" moest vallen? Wat deden de domme leerlingen? Ze zeiden ALbert, maar legden zoveel klemtoon op de eerste lettergreep, dat ze van de weeromstuit de e-klank dof uitspraken, om de klemtoon, eh... te beklemtonen. Ik heb dat laatste al meermaals meegemaakt. Als iemand trachtte een verkeerd beklemtoond woord te corrigeren, legde de luisteraar dan de klemtoon goed, maar veroorzaakte meteen een watervalfout door een of andere klank in de rest van het woord verkeerd uit te spreken. Wanneer de leraar dan ja zegt, in plaats van eerst ook de tweede fout aan te pakken, krijg je hilarische toestanden. Het is al erg genoeg zo: onderzoek maar eens het woord "epidemie", en door samenvoeging van de klemtoonval en de uitspraakwijziging kom je op dezelfde rariteiten uit. Men wil de klemtoon naar de oude brontaal terugbuigen, maar doet zodanig veel inspanning, dat men de i van de tweede lettergreep tot een doffe e omvormt. Het is nochtans simpel: het gaat om een vreemd woord, leg dus de klemtoon op de voorlaatste lettergreep, en laat de oude grieken rusten in hun olympische graven. Of moeten we dan echt naar de therapuit?
Ik ben geen taalkundige, en de verdedigers van de doffe Albert zullen zich natuurlijk weren als duivels in het wijwatervat, maar ik blijf erbij: ik hoor liever een Albert in het bed vertoeven, dan in een duivenhok vol doffers.
Deze tirade is bedoeld om aan te geven dat de Mededelingen van het C.D.R. ondanks hun soms oppervlakkige inhoud bij mij toch steeds een snaar raken die klanken door de huiskamer doen weerklinken. Valse klanken, zullen de taalkampioenen nu uitroepen, maar kom, beter een valse noot dan geen noot, zei het eekhoorntje in 1963 toen het een halve meter boven de noot zat te graven. Het bewijst alvast dat deze mededelingen "weer"klank hebben. En daarvoor schrijft toch een mens al eens een paar bladzijden vol? Niet?
© Danny Peeters, Oudenaarde 18 augustus 2013.
Mag ik vragen het copyright te respecteren?