Per toeval las ik Moby Dick, van Herman Melville.
Moleskine.
Iedereen die om één of andere reden veel te noteren heeft, heeft al wel eens gehoord van Moleskine. Zo ook ik. En op 10 juli heb ik van mijn kleingebroed een geschenk gekregen, want vaderdag moet gevierd worden. Het is een halfgroot notaboek geworden, dat ik meteen zijn eindbestemming heb gegeven. Er is geen twee keer over nagedacht. In de aanloop van mijn opruststelling kan een dagboek, afkomstig van het nageslacht niet als een onaardig gebaar aanzien worden.
Als veelschrijver in die branche heb ik al dagboeken bijgehouden vanaf mijn 12de jaar, maar ooit, vlak voor ik trouwde, moest de woonkamer toch nog een beetje verwarmd worden, en besluitloosheid, en ook wel een zeker ongemak over wat er moest gebeuren met deze geschriften van een puber en tiener die zijn hart aan het papier toevertrouwde, rechtvaardigde een harde beslissing. De brandstapel naar middeleeuws model werd in de kachel aangericht, en de lektuur van de overjarige schrifturen werd aangevat. Een blad gelezen, een blad verbrand. Mijn verleden ging in de vlammen op. Zo was het. Er werd geen traan over gelaten. Dagboeken van pubers die zichzelf ontgroeid zijn in jongvolwassenheid, krijgen geen genade. Zij moeten branden.
Dat spijt me nu wel, maar gedane zaken... Ergens op zolder liggen er nog van die draken, en geen haar op mijn hoofd denkt eraan er nog een bladzijde uit te lezen. Dat is voor mijn erfgenamen, als ik de definitieve rust opgezocht heb, of voor de brandstapel. Het lot zal beslissen. Deze Moleskine wordt de drager van de vierde generatie, want tussendoor is er in Leuven nog wel een tweede reeks notities aangevangen, maar die hebben de papiermand ook niet overleefd. Op de laatste dag van mijn verblijf in die zo mooie stad heb ik de dagboeken ongeveer op dezelfde manier als de eerste reeks behandeld: ze werden verscheurd en tussen het andere cursuspapier gemengd om verder vernietigd te worden. De namen van sommige meisjes over wie ik verder geen traan meer laat, verdwenen in de eeuwigheid. Zij die wel een paar tranen waard geweest zijn, mogen ook gerust zijn. Ze waren te lief om hier in het publiek gegooid te worden. Moleskine en Weebly bewaren hun geheim.
Nu ligt er naast mij een zwart gekartonneerd schrift (we kennen hier allemaal de koosjere want Engelse benaming voor, dus ik gebruik deze niet). De liefde van beide jongens, toen ze me dit-hun "kadootje" aanboden, en het ongeduld om zelf het pakje open te maken om te zien waar ze Opa dan ook mee konden blijmaken, is niet te beschrijven. Vooral zijn overgeacteerde reactie werd op prijs gesteld, maar mocht toch niet te lang duren. De echte blijdschap van Opa, toen hij het schriftje ontdekte, nadat hij eerst meende een boek te mogen in ontvangst nemen, was al even groot, en hoefde geen acteerwerk..
Ze wisten blijkbaar wel dat Opa dat rare boekje, waar alleen maar lijntjes in stonden, en geen woordjes, en al zeker geen tekeningen, moest volschrijven. En ze wisten bovendien dat Opa graag in lege boekjes schreef. Ze hadden hun les goed geleerd. Opa heeft dan maar een pen genomen, en schreef even later, mede onder de Facebookmatige influistering van een jongere zus, maar wel vreselijk oude Oudtante (of is het Groottante?) de volgende tekst:
Oudenaarde, 10 juni 2012. Vaderdag.
Ontvangen van 2 kleinkinderen: één kadootje. Deze (sic) notaboek, met de opdracht er iets in te schrijven. Gedaan. En Opa Danny is erg blij met het geschenk. Volgens mijn facebooktutorialen moet ik er geheime sprookjes in schrijven. Dat wordt dan meteen ook de benaming van het notaboekje: "Geheime sprookjes".
De bijdrage van die dag was niet erg lang, een man kan soms enige angst voor het lege papier vertonen (we kennen hier allemaal de koosjere want Engelse benaming voor, dus ik gebruik deze niet). Maar twee dagen later heeft hij in de trein van Brussel naar Oudenaarde van 12h41 tot 13h27 zijn handgeschreven eerste "Geheime Sprookje" geschreven. Weliswaar niet voor kinderen. Het is een gewoon dagboekfragment zonder veel verder belang geworden. De echte sprookjes bestaan tot op de dag van vandaag nog niet. Er is tussen de andere ondertussen gecomponeerde bladzijden wel een gedicht verschenen, en ook een voorleesverhaal, beide voor een nog iets meer volwassen publiek, niets voor de allerkleinste kinderen, tot nu toe. Maar vroeg of laat komen die wel. Opa's moeten over kabouters en hun wereld soms lang nadenken.
Iedereen die om één of andere reden veel te noteren heeft, heeft al wel eens gehoord van Moleskine. Zo ook ik. En op 10 juli heb ik van mijn kleingebroed een geschenk gekregen, want vaderdag moet gevierd worden. Het is een halfgroot notaboek geworden, dat ik meteen zijn eindbestemming heb gegeven. Er is geen twee keer over nagedacht. In de aanloop van mijn opruststelling kan een dagboek, afkomstig van het nageslacht niet als een onaardig gebaar aanzien worden.
Als veelschrijver in die branche heb ik al dagboeken bijgehouden vanaf mijn 12de jaar, maar ooit, vlak voor ik trouwde, moest de woonkamer toch nog een beetje verwarmd worden, en besluitloosheid, en ook wel een zeker ongemak over wat er moest gebeuren met deze geschriften van een puber en tiener die zijn hart aan het papier toevertrouwde, rechtvaardigde een harde beslissing. De brandstapel naar middeleeuws model werd in de kachel aangericht, en de lektuur van de overjarige schrifturen werd aangevat. Een blad gelezen, een blad verbrand. Mijn verleden ging in de vlammen op. Zo was het. Er werd geen traan over gelaten. Dagboeken van pubers die zichzelf ontgroeid zijn in jongvolwassenheid, krijgen geen genade. Zij moeten branden.
Dat spijt me nu wel, maar gedane zaken... Ergens op zolder liggen er nog van die draken, en geen haar op mijn hoofd denkt eraan er nog een bladzijde uit te lezen. Dat is voor mijn erfgenamen, als ik de definitieve rust opgezocht heb, of voor de brandstapel. Het lot zal beslissen. Deze Moleskine wordt de drager van de vierde generatie, want tussendoor is er in Leuven nog wel een tweede reeks notities aangevangen, maar die hebben de papiermand ook niet overleefd. Op de laatste dag van mijn verblijf in die zo mooie stad heb ik de dagboeken ongeveer op dezelfde manier als de eerste reeks behandeld: ze werden verscheurd en tussen het andere cursuspapier gemengd om verder vernietigd te worden. De namen van sommige meisjes over wie ik verder geen traan meer laat, verdwenen in de eeuwigheid. Zij die wel een paar tranen waard geweest zijn, mogen ook gerust zijn. Ze waren te lief om hier in het publiek gegooid te worden. Moleskine en Weebly bewaren hun geheim.
Nu ligt er naast mij een zwart gekartonneerd schrift (we kennen hier allemaal de koosjere want Engelse benaming voor, dus ik gebruik deze niet). De liefde van beide jongens, toen ze me dit-hun "kadootje" aanboden, en het ongeduld om zelf het pakje open te maken om te zien waar ze Opa dan ook mee konden blijmaken, is niet te beschrijven. Vooral zijn overgeacteerde reactie werd op prijs gesteld, maar mocht toch niet te lang duren. De echte blijdschap van Opa, toen hij het schriftje ontdekte, nadat hij eerst meende een boek te mogen in ontvangst nemen, was al even groot, en hoefde geen acteerwerk..
Ze wisten blijkbaar wel dat Opa dat rare boekje, waar alleen maar lijntjes in stonden, en geen woordjes, en al zeker geen tekeningen, moest volschrijven. En ze wisten bovendien dat Opa graag in lege boekjes schreef. Ze hadden hun les goed geleerd. Opa heeft dan maar een pen genomen, en schreef even later, mede onder de Facebookmatige influistering van een jongere zus, maar wel vreselijk oude Oudtante (of is het Groottante?) de volgende tekst:
Oudenaarde, 10 juni 2012. Vaderdag.
Ontvangen van 2 kleinkinderen: één kadootje. Deze (sic) notaboek, met de opdracht er iets in te schrijven. Gedaan. En Opa Danny is erg blij met het geschenk. Volgens mijn facebooktutorialen moet ik er geheime sprookjes in schrijven. Dat wordt dan meteen ook de benaming van het notaboekje: "Geheime sprookjes".
De bijdrage van die dag was niet erg lang, een man kan soms enige angst voor het lege papier vertonen (we kennen hier allemaal de koosjere want Engelse benaming voor, dus ik gebruik deze niet). Maar twee dagen later heeft hij in de trein van Brussel naar Oudenaarde van 12h41 tot 13h27 zijn handgeschreven eerste "Geheime Sprookje" geschreven. Weliswaar niet voor kinderen. Het is een gewoon dagboekfragment zonder veel verder belang geworden. De echte sprookjes bestaan tot op de dag van vandaag nog niet. Er is tussen de andere ondertussen gecomponeerde bladzijden wel een gedicht verschenen, en ook een voorleesverhaal, beide voor een nog iets meer volwassen publiek, niets voor de allerkleinste kinderen, tot nu toe. Maar vroeg of laat komen die wel. Opa's moeten over kabouters en hun wereld soms lang nadenken.
© Danny Peeters, Oudenaarde 29/07/2012. Mag ik vragen het copyright te respecteren?