Als het niet gaat, gaat het niet. Dat is een wet, maar wetten zijn er om overtreden te worden. Ik ben al te lang afwezig gebleven, en warm me nu op om de oude gewoontes te hervatten: schrijven, schrijven en schrijven.
De angst voor het witte blad, en wanneer die angst overwonnen is, writers block. Als iemand met die twee factoren moet afrekenen, kan alleen een hittegolf de hersenen van desbetreffende dermate storen, dat de productiviteit op volledig atypische wijze op gang komt.
Toen ik rond half elf gisteravond, tijdstip dat nu nog nachtelijk verder gezet wordt, begon te lezen, buiten aan de terrastafel, vol met rommel, en met ontwakende slakken om me heen, wist ik het: er wordt seffens geschreven. En dat moest zonodig in het papieren dagboek gebeuren, want als het er op aan komt, is het gevoel en de geur van pen en papier nodig. Ook al staat er een lichte, afkoelende wind, ook al is de trappist, die ik als zondig mens nuttig lekker, en ook al is de opmerkelijke stilte eerder geschikt voor enige klassieke muziek, die ik dan middels de nodige electronica ook tot bij mij kreeg, de computer staat in een te warme ruimte, en dus moest het ambachtelijk juist zijn. En zo is het. Het schrijven begon als volgt:
Donderdag 01/08/2013. Terrastafel, Bloemenhof, 23h 45.
Trage beschrijving van een besluit. Of hoe ik de zoveelste brug achter mij verbrand, om binnen een week, of binnen een jaar, te besluiten dat het bij deze tragische brand is gebleven.
De angst voor het witte blad, en wanneer die angst overwonnen is, writers block. Als iemand met die twee factoren moet afrekenen, kan alleen een hittegolf de hersenen van desbetreffende dermate storen, dat de productiviteit op volledig atypische wijze op gang komt.
Toen ik rond half elf gisteravond, tijdstip dat nu nog nachtelijk verder gezet wordt, begon te lezen, buiten aan de terrastafel, vol met rommel, en met ontwakende slakken om me heen, wist ik het: er wordt seffens geschreven. En dat moest zonodig in het papieren dagboek gebeuren, want als het er op aan komt, is het gevoel en de geur van pen en papier nodig. Ook al staat er een lichte, afkoelende wind, ook al is de trappist, die ik als zondig mens nuttig lekker, en ook al is de opmerkelijke stilte eerder geschikt voor enige klassieke muziek, die ik dan middels de nodige electronica ook tot bij mij kreeg, de computer staat in een te warme ruimte, en dus moest het ambachtelijk juist zijn. En zo is het. Het schrijven begon als volgt:
Donderdag 01/08/2013. Terrastafel, Bloemenhof, 23h 45.
Trage beschrijving van een besluit. Of hoe ik de zoveelste brug achter mij verbrand, om binnen een week, of binnen een jaar, te besluiten dat het bij deze tragische brand is gebleven.
Is het alweer van december van vorig jaar geleden? Ik sta versteld van de snelheid van de tijd. Ik moet mijn horloge in de gaten houden: straks schrijf ik nog verder terwijl ik al dood ben. Dat is wettelijk verboden. Dode auteurs mogen geen boeken meer schrijven. Om tot deze beslissing te komen, de beslissing om verder te schrijven in mijn dagboek, heb ik de ongevraagde hulp gekregen van Margot Vanderstraeten. Een naam die bij mij op één of andere manier een belletje doet rinkelen, een Hasselts belletje, want zij is daar geboren, en er zijn natuurlijk nog wel Vanderstraetens, maar ik ken een familie Vanderstraeten, en verwantschap is altijd mogelijk. Ik ga niet aan genealogie doen.
Het volstaat me te weten dat Margot VdS me tot deze stap aangezet heeft. Zonder dat ze daar iets van wist. Een paar dagen geleden gaf ze op Facebook een bericht dat haar nieuwe boek op de sporen staat, maar nog niet rijdt. En dat ze van haar trouwe publiek verwacht, hoopt, dat het in afwachting van de publicatie wel bereid zal zijn nog een kijkje te nemen naar haar vorige roman, die ondertussen al meer dan vier jaren in de boekenrekken ligt.
Wat een toeval! Op één van de eerste dagen van de koopjesmaand trok ik te voet naar de stad voor een of andere boodschap. Na afloop daarvan, het was nog relatief vroeg in de ochtend, bezocht ik de lokale toonaangevende boekhandel, Beatrijs, waar op de drempel enige bakken met afgeprijsde waren uitgetsald stonden. Voor mij is dat wat een rottende appel is op een zomerdag in de ogen van een stel onopgevoede wespen. Van dat stel wil ik in dat geval graag wesp nummer één zijn. Dat was ik niet.
Een erg brede dame, ik noem maar haar kont als pars pro toto, keurde als een volwaardige copie van mezelf elk boek uit de bak waar ze voor stond terwijl ze, de middelste bak doorzoekend, ook ruimschoots voor zowel de linker- als de rechterbak "aanwezig" was. Dus maakte ik mijn ondertussen toch enigzins afgeslankte ik nog een beetje onopvallender en grabbelde in de linkerbak naar het lekkers door de drukpers en de boekenwinkel aan mij gepresenteerd. Dat ik nu enige dames die het met hun breedtegraad ook moeilijk hebben op de tenen trap, is niet mijn bedoeling. Ik was op jacht naar literair schoon, en moest me maar beperken tot wat de winkel bood. Ik ben ook moeders mooiste niet.
De eerste bak leverde niets op, en de gelegenheid bood zich aan om de tweede te onderzoeken. Het geluk was met mij, want daar zag ik iets liggen dat weerom het belletje deed rinkelen. Het belletje zei me met liefelijke stem: "Hela kereltje in afgeslankte versie, maak je niet dik: hier ligt wat lekkers." Het was een boek van Margot VdS, en hoewel ik totaal niet met haar werk bekend ben, wist ik wel via internet, die uitvinding van de duivel die als een geschenk van de goden aangeboden wordt aan hen die het willen gebruiken, dat ik de zekerheid kreeg van goede literatuur. Het werk heette "Mise en place". Ik vergat ter plaatse, onmiddellijk en met terugwerkende kracht de rivaliserende dame.
De 50% korting mocht, omdat de koopjesperiode de boekenwinkel er toe aanzette waren, die blijkbaar door het Oudenaardse publiek niet als gewenst aanzien werden, te braderen. Maar op hetzelfde ogenblik wist ik ook dat een vlotte pen als die van Margot (zanik maar niet over het toetsenbord) dus haar intellectuele werk in prijs gehalveerd zag. Ook de winkelierster wist dat wel: "eigenlijk erg dat je zulke boeken in de afslag moet leggen om ze kwijt te raken..."
Ik dartelde nog wat door de winkel, maar meer dan een paar voor mij nog niet in de betaalbare categorie onder te brengen boeken vond ik niet meer. Het tovermoment van de vondst was voorbij. Ik rekende af, en vertrok. De rest van dit verhaal kan op de bloemenhofse vertellingen gelezen worden.