De rijlessen van mijn zoon zijn vandaag letterlijk verdronken: we zijn onder een brug moeten stoppen met rijden, omdat je geen 10 meter ver kon kijken van de hevige regen! De weg stond bovendien zwaar onder water, en met de Schelde op 10 meter van ons af... de moeder van de porceleinwinkel, nietwaar?
Maar vandaag heb ik de gelegenheid gehad wat orde te scheppen in mijn boekenwereld. En zo kom je dan plots op een kleine verrassing uit, die nog niet aan het licht was gekomen.In 1988 gaf de North Carolina University Press een boekje uit met een aantal gedichten van Emily Dickinson. En wat zag ik? Er staat een ex-libris in. Van niemand minder dan van Bertien Buyl. En deze dichteres heeft in de eerste dagen van mijn eerste Andebijk-blog mijn zin om naar problemen en vooral naar hun oplossing zoeken gestimuleerd.
Zij was de vriendin van een andere dichteres, Ria Scarphout, en tezamen hebben zij een verhalenbundel doorlopen op zoek naar taalfouten, om een volgende editie op te smukken met een beter taalgebruik. De link naar die taalsessie staat hier, maar vandaar moet je in de zoekfunctie de naam Ria Scarphout maar eens intikken: er zijn vier verschillende bijdragen waar ik één of beide damers laat opdraven.
Hoezeer de dichtkunst van Emily Dickinson Bertien aan het hart ging, wordt bewezen door het feit dat ze uitgerekend dit boekje kocht. wordt bewezen door het ISBN-nummer. Het boekje werd in de Verenigde Staten uitgegeven. Maar het merkwaardige is, dat het hier om zogenaamde nieuwe poëzie van Dickinson gaat. Nieuw is niet het juiste woord. Zoals elders uitgelegd, deze Amerikaanse dichteres was een geval apart. In grote mate onderhield ze kontakt met de buitenwereld via brieven, die door haar zus na haar dood voor een groot deel vernietigd werden.
William H. Shurr, uitgever en bezorger van deze "poems" heeft via een merkwaardige kunstgreep de nieuwe gedichten zelf gecreëerd. Dat is misschien een stap te ver: de gedichten zaten verwerkt in de tekst van haar behouden correspondentie. Deze werkwijze is dus geïnspireerd op een praktijk in tegengestelde zin, die Dickinson zelf toepaste: zij heeft poëzie verwerkt in haar brieven, Shur heeft ze naar boven gespit. Ik laat de woorden van de achterflap van het boekje zelf horen, omdat ik het beter niet - want ook niet beter - kan navertellen. Luister maar:
Maar vandaag heb ik de gelegenheid gehad wat orde te scheppen in mijn boekenwereld. En zo kom je dan plots op een kleine verrassing uit, die nog niet aan het licht was gekomen.In 1988 gaf de North Carolina University Press een boekje uit met een aantal gedichten van Emily Dickinson. En wat zag ik? Er staat een ex-libris in. Van niemand minder dan van Bertien Buyl. En deze dichteres heeft in de eerste dagen van mijn eerste Andebijk-blog mijn zin om naar problemen en vooral naar hun oplossing zoeken gestimuleerd.
Zij was de vriendin van een andere dichteres, Ria Scarphout, en tezamen hebben zij een verhalenbundel doorlopen op zoek naar taalfouten, om een volgende editie op te smukken met een beter taalgebruik. De link naar die taalsessie staat hier, maar vandaar moet je in de zoekfunctie de naam Ria Scarphout maar eens intikken: er zijn vier verschillende bijdragen waar ik één of beide damers laat opdraven.
Hoezeer de dichtkunst van Emily Dickinson Bertien aan het hart ging, wordt bewezen door het feit dat ze uitgerekend dit boekje kocht. wordt bewezen door het ISBN-nummer. Het boekje werd in de Verenigde Staten uitgegeven. Maar het merkwaardige is, dat het hier om zogenaamde nieuwe poëzie van Dickinson gaat. Nieuw is niet het juiste woord. Zoals elders uitgelegd, deze Amerikaanse dichteres was een geval apart. In grote mate onderhield ze kontakt met de buitenwereld via brieven, die door haar zus na haar dood voor een groot deel vernietigd werden.
William H. Shurr, uitgever en bezorger van deze "poems" heeft via een merkwaardige kunstgreep de nieuwe gedichten zelf gecreëerd. Dat is misschien een stap te ver: de gedichten zaten verwerkt in de tekst van haar behouden correspondentie. Deze werkwijze is dus geïnspireerd op een praktijk in tegengestelde zin, die Dickinson zelf toepaste: zij heeft poëzie verwerkt in haar brieven, Shur heeft ze naar boven gespit. Ik laat de woorden van de achterflap van het boekje zelf horen, omdat ik het beter niet - want ook niet beter - kan navertellen. Luister maar:
(...) For most of her life Emily Dickinson regularly embedded poems, diisguised as prose, in her lively and thoughtful letters. Although many critics have commented on the poetic quality of Dickinson's letters, William Shurr is the first to draw fully developed poems from them. In this remarkable volume, he presents 498 new poems that he and his associates excavated from her correspondence, thereby expanding the canon of Dickinson's known poems by almost one-third and making a major addition to the study of American literature.
While Shurr has reformatted passages from the letters as poetry, a practice Dickinson herself occasionally followed, no words, punctuation, or spellings have been changed.
These new verses have much in common with Dickinson's well-known poems: They have her typical punctuation (especially the characteristic dashes and capitalizations); they continue her search for new and unusual rhymes, and most use her preferred hymn or ballad meters.
Most of all, these poems continue Dickinson's unique experiments in extending the boundaries of poetry and human sensibility. (...)
Ik heb opnieuw een dossiertje om kleur te brengen in de wondere wereld van met mekaar pratende boeken.
© Danny Peeters, Oudenaarde 26 augustus 2014.
Mag ik vragen het copyright te respecteren?
Mag ik vragen het copyright te respecteren?